Plattegrond van Groningen, Jacob van Deventer (Biblioteca Nacional de España)

De stadsplattegronden van Jacob van Deventer

Reeds heel wat kaart- en stadshistorici deden onderzoek naar de befaamde reeks stadsplattegronden van Jacob van Deventer uit het midden van de zestiende eeuw. Zowel in Nederland als in België zagen ook enkele facsimile-projecten het licht. De reeks kaarten heeft haar geheimen evenwel nog lang niet prijsgegeven en blijft ook een vaak gebruikte bron voor stadshistorische, archeologische, historisch-geografische en bouwhistorische studies. Bram Vannieuwenhuyze zet deze onderzoekstradities verder en doet al geruime tijd onderzoek naar Van Deventers stadsplattegronden, vaak in samenwerking met collega-onderzoekers en studenten.

Jacob van Deventer voerde halverwege de zestiende eeuw een huzarenstuk op: hij is erin geslaagd minstens 226 – maar wellicht nog meer – steden te bezoeken, op te meten en vervolgens op min of meer uniforme wijze in kaart te brengen. Het resultaat is een reeks grootschalige, topografische manuscriptkaarten: met de hand getekende en ingekleurde kaarten waarop de diverse landschapselementen in en om de steden nauwkeurig in beeld worden gebracht. In de zestiende eeuw lagen die gekarteerde steden in de zogenoemde ‘landen van herwaarts over’, de bezittingen van de Spaanse kroon in de Lage Landen; tegenwoordig zijn ze verspreid over het huidige Nederland, België, Groothertogdom Luxemburg, Noord-Frankrijk en uiterste westen van Duitsland.

In de lente van 2018 verscheen een eerste grote synthese, de Stedenatlas Jacob van Deventer. 226 stadsplattegronden uit 1545-1575. Schakels tussen verleden en heden, waarin voor het eerst alle stadsplattegronden samen zijn uitgegeven. Het onderzoek voor dat boek nam meerdere jaren in beslag en leidde niet alleen naar de gekarteerde steden, maar ook naar archieven en bibliotheken in Madrid, Brussel, Den Haag, Simancas, Napels, Lille, Kampen, Besançon en Parma. Deel 1 van het boek presenteert en interpreteert de schaarse gegevens over leven en werk van de cartograaf. Wie Van Deventers stadsplattegronden wil begrijpen, gebruiken en bewonderen, kan immers niet om de enigmatische levensloop van de man heen. Er wordt in dat eerste deel tevens aandacht geschonken aan de ontstaanscontext van de stadsplattegronden en aan de wijze waarop hij de steden bezocht en in kaart bracht, al is daar bijzonder weinig over bekend.

In Deel 2 van de Stedenatlas Jacob van Deventer worden de 226 bewaarde stadsplattegronden in kleur gepubliceerd en besproken. Elke kaart wordt vergezeld van een begeleidende tekst, waarin eerst de belangrijke landschappelijke patronen en elementen die op de zestiende-eeuwse kaart zichtbaar zijn worden beschreven. In de tweede alinea worden de wording en ruimtelijke ontwikkelingen van de middeleeuwse steden toegelicht. Voor elke stad is tevens een extra analysekaart toegevoegd, waarop de bepalende patronen en elementen met vaste kleuren en symbolen zijn aangeduid. Deze wordt vergezeld van een actuele luchtfoto van de historische binnenstad in kwestie. De lezer kan zo zelf nagaan in welke mate het zestiende-eeuwse kaartbeeld en de belangrijkste middeleeuwse patronen ook vandaag nog herkenbaar zijn. In de laatste alinea van de begeleidende tekst wordt kort ingegaan op de ruimtelijke veranderingen die de steden sinds het midden van de zestiende eeuw doormaakten.

De twee Van Deventer atlassen in de Biblioteca Nacional de España te Madrid.

Aan de hand van tekst en vooral veel beeld biedt Deel 3 van de Stedenatlas Jacob van Deventer een ruim opgezette vergelijking waarin de gelijkenissen en verschillen inzake stadsmorfologie, landschappelijke patronen en ruimtelijke ontwikkeling van de middeleeuwse steden in de Lage Landen worden toegelicht. Van Deventers plattegronden lenen zich immers uitstekend voor vergelijkingen, zowel van de kaarten onderling als van de afgebeelde steden en van het verleden met het heden. Aldus krijgt de lezer/kijker een beter beeld van de uniciteit van de historische steden in de Lage Landen, maar wordt ook duidelijk in welke mate en op welke vlakken ze op elkaar lijken. De vergelijking resulteert in een groepering van steden met gelijkaardige wordingsgeschiedenis en ontwikkeling van grofweg de tiende tot de zestiende eeuw. De rol van water krijgt daarbij speciale aandacht: uit de analyse en vergelijking is gebleken dat de ligging ten opzichte van waterwegen een essentieel element vormt om de stadswording en verdere ruimtelijke ontwikkeling van onze steden te begrijpen.

De publicatie van de Stedenatlas Jacob van Deventer in 2018 was zeker geen eindpunt. Vele vragen over Van Deventers leven en werk blijven onbeantwoord en voorwerp van debat. Ook in de toekomst zal onderzoek worden gedaan naar deze bijzondere collectie stadsplattegronden. Publicaties over de zoektocht naar het verloren atlasdeel, over de datering van het karteerwerk, over individuele stadsplattegronden en een nieuwe biografie zijn in voorbereiding.

Referenties

  • Vannieuwenhuyze, ‘Some new ideas about the genesis of Jacob van Deventer’s town plans. Enkele nieuwe ideeën over de ontstaanscontext van Jacob van Deventers stadsplattegronden’, in: Caert-Thresoor, 2019, 38, 2, pp. 4-13.
  • Dupont, Cartographie et Pouvoir au XVIe siècle. L’atlas de Jacques de Deventer, Turnhout, Brepols, 2019.
  • Dupont & B. Vannieuwenhuyze, La cartographie des zones suburbaines sur les plans de villes de Jacques de Deventer (milieu du XVIe siècle), in: G. Thewes & M. Uhrmacher (Hrsg.), Extra muros. Vorstädtische Räume in Spätmittelalter und Früher Neuzeit. Espaces suburbains au bas moyen âge et à l’époque moderne, Wien – Köln – Weimar, Böhlau Verlag, 2019, pp. 27-50.
  • Rutte & B. Vannieuwenhuyze, Stedenatlas Jacob van Deventer. 226 Stadsplattegronden uit 1545-1575 – Schakels tussen heden en verleden, Bussum – Tielt, Uitgeverij Thoth – Uitgeverij Lannoo, 2018.
  • Vannieuwenhuyze, ‘Les plans de villes de Jacques de Deventer (XVIe siècle). État de la question et pistes de recherche’, in: Revue du Nord, 2012, 94, 396, pp. 613-633.
  • Vannieuwenhuyze, ‘Brussel, Halle, Vilvoorde. Een topografische vergelijking op basis van de stadsplannen van Jacob van Deventer’, in: Caert-Thresoor, 2012, XXXI, 3, pp. 67-74.
  • Vannieuwenhuyze, ‘De stadsplannen van Jacob van Deventer: staatsgeheim, koffietafelboek, handelswaar of beleidsinstrument?’, in: Historisch-Geografisch Tijdschrift, 2011, XXIX, 3, pp. 130-135.
  • Vannieuwenhuyze, ‘Speuren naar versterkingen op het Brusselse stadsplan van Jacob van Deventer’, in: M. Dewilde, A. Ervynck & F. Becuwe (red.), Cenulae recens factae. Een huldeboek voor John De Meulemeester, Koksijde – Gent, Abdijmuseum Koksijde 1138 – Academia Press, 2010, pp. 367-385.
  • Vannieuwenhuyze, ‘Le cartographe Jacques de Deventer à Bruxelles’, in: A. Dierkens, Ch. Loir, D. Morsa & G. Vanthemsche (éd.), Villes et villages. Organisation et représentation de l’espace. Mélanges offerts à Jean-Marie Duvosquel à l’occasion de son soixante-cinquième anniversaire, 2011, LXXXIX, 1-2, pp. 873-887.
  • De stadsplattegronden van Jacob van Deventer, Weesp – Alphen aan den Rijn, Robas – Canaletto – Stichting tot Bevordering van de Uitgave van de Plattegronden van Jacob van Deventer Robas, 1992-2001, 8 delen.
  • Fruin (red.), Nederlandsche steden in de 16e eeuw : plattegronden van Jacob van Deventer: 111 teekeningen en 97 Cartons in facsimile uitgegeven, ’s-Gravenhage, Martinus Nijhoff, 1916-1923.
  • Ch. Ruelens (dir.), Atlas des Villes de la Belgique au XVIe siècle. Cent plans du géographe Jacques de Deventer exécutés sur les ordres de Charles-Quint et de Philippe II reproduits en fac-similé chromographique, Bruxelles, Institut National de Géographie – Soc. An. M. Weissenbruch – Librairie Falk Fils, 1884-1924, 24 afleveringen.